Sinds 22 december 2000 is de Europese kaderrichtlijn Water van kracht. Het doel van deze kaderrichtlijn is de watervoorraden en de waterkwaliteit in Europa veilig te stellen en de gevolgen van overstromingen en perioden van droogte af te zwakken. De kaderrichtlijn verplicht de lidstaten ervoor te zorgen dat tegen 2015 alle waterlopen een goede waterkwaliteit hebben. Drinkwaterbedrijven, gemeenten en burgers hebben hierin elk een verantwoordelijkheid.
 

Drinkwaterbedrijven

Opdat ook Vlaanderen aan de verplichtingen van de kaderrichtlijn Water zou kunnen voldoen, besliste de Vlaamse overheid eind 2004 dat de drinkwaterbedrijven voortaan ook een saneringsverplichting hebben voor het geleverde drinkwater. Zij moeten er met andere woorden voor zorgen dat het afvalwater pas na zuivering geloosd wordt. Om aan deze verplichting te kunnen voldoen sloot de Vlaamse drinkwatersector een overeenkomst af met Aquafin.
 

Gemeenten

Om aan de voorwaarden van de kaderrichtlijn te kunnen voldoen, is een versnelde uitbouw van het gemeentelijk rioleringsstelsel noodzakelijk. De Vlaamse overheid wil dat 95% van de woningen in 2015 aangesloten is op het rioleringsstelsel. Voor de financiering hiervan kan de gemeente een heffing aanrekenen op de drinkwaterfactuur. Hiervoor sloten de gemeenten, of de rioolintercommunales waarbij zij zijn aangesloten, met de drinkwaterbedrijven overeenkomsten af.
 

Burgers

Via de integrale waterfactuur draagt elke burger zijn steentje bij om het verbruikte water opnieuw te zuiveren. Op de waterfactuur wordt een bijdrage zuivering en een bijdrage afvoer aangerekend. De bijdrage zuivering wordt aangewend om collectoren en waterzuiveringsstations te bouwen en te onderhouden. De bijdrage afvoer wordt geïnvesteerd in het gemeentelijk rioleringsnet. Hoe meer drinkwater men verbruikt, hoe meer bijdrage men moet betalen. Het principe 'de vervuiler betaalt' wordt dus consequent toegepast.