Chloor wordt gebruikt om de eventuele bacteriën in het drinkwater te doden. Drinkwater is immers rein water. Hoewel soms op alternatieve ontsmettingsmethodes een beroep wordt gedaan, is het toevoegen van een beetje chloor aan het drinkwater vaak onvermijdelijk. Chloor heeft namelijk een langdurige werking. Daardoor blijft het water ook tijdens het transport van het drinkwaterreservoir naar jouw kraan bacterievrij. Chloor kan echter reageren met andere stoffen en daardoor schadelijk worden. De gevormde chloorverbindingen zijn dan ook strikt gereglementeerd in de drinkwaternormen en zijn veilige grenswaarden. De concentratie van chloor in het drinkwater, uitgedrukt in Cl2, blijft dan ook ver beneden de maximumnorm van 0,25 mg/l. Chloor wordt echter reeds in zeer lage concentraties geroken en dat zorgt soms - onterecht - voor ongerustheid. Er wordt net voldoende chloor toegevoegd om het water kiemvrij te houden. Dat betekent dat we steeds ver onder de maximaal toegelaten norm van 0,25 mg/liter blijven. Er is dan ook geen enkel gezondheidsrisico.

Chloor heeft een doordringende geur. Daarom kan je de aanwezigheid van chloor bijna altijd merken, zelfs in heel lage concentraties. De chloorgeur verdwijnt echter heel snel. Gebruik enkele druppeltjes citroensap of laat het water even rusten in een open karaf in de koelkast. De geur zal vanzelf verdwijnen.

Benieuwd naar de samenstelling van het water in jouw gemeente? Klik hier om de samenstelling van het kraantjeswater in jouw gemeente te bekijken!