De smaak van kraanwater
Je kent het gezegde wel: over smaken en kleuren valt niet te twisten. Wat voor de ene een lekkernij is, gaat er bij de andere niet in. Dat geldt zelfs voor kraanwater.
Maar heeft kraanwater eigenlijk wel een echte smaak? Hoe komt dat dan? En is die smaak overal dezelfde?
- Smaak is complex
- Kraanwater is een lokaal product
- Mineralen in kraanwater
- Smaak en kwaliteit
- Weetjes en tips
1. Smaak is complex
Wanneer je iets eet of drinkt, ervaar je smaak. Hoe dat precies gebeurt, is een complex proces. In grote lijnen spelen er 3 soorten factoren mee:
- Lichamelijk – Het aantal smaakpapillen in jouw mond, de samenstelling van jouw speeksel en jouw algemene gezondheid bepalen hoe jouw lichaam smaak vaststelt.
- Psychologisch – Ook jouw ‘geest’ heeft een belangrijke invloed op wat je lekker vindt. Heb je ooit een slechte ervaring gehad, bijvoorbeeld omdat je ziek werd van een bepaalde groente? Dan bestaat de kans dat je die groente nu niet meer lekker vindt.
- Natuurlijk of fysiologisch – Ook de minerale samenstelling, de zuurtegraad, de temperatuur, het zuurstofgehalte van het water hebben een invloed op jouw smaakervaring.
2. Kraanwater is een lokaal product
Kraanwater komt in elke streek van een andere oorsprong of ‘winning’. Bij De Watergroep winnen we water op meer dan 65 verschillende locaties.
In de ene streek maken we kraanwater uit grondwater, in een andere uit oppervlaktewater en nog in andere uit zowel grond- als oppervlaktewater. Op onderstaande kaart kun je zien waar we allemaal drinkwater produceren.
3. Mineralen in kraanwater
Mineralen spelen een grote rol in jouw smaakervaring. En omdat het kraanwater in elke regio van een andere bron komt, is ook de minerale samenstelling anders. Soms verandert die zelfs tijdelijk of per seizoen, bijvoorbeeld door hevige regen of juist lange droogte.
Je kunt echter op beide oren slapen. We houden de concentraties aan mineralen nauwlettend in de gaten en zorgen ervoor dat ze op elk moment binnen de grenzen blijven die bepaald zijn in het Vlaamse Drinkwaterbesluit.
Deze groepen van mineralen zorgen voor een bepaalde, herkenbare smaakondertoets:
- Calcium (Ca), magnesium (Mg) en zink (Zn) zorgen bij hogere concentraties in het water voor een bittere ondertoets.
- IJzer (Fe), mangaan (Mn) en koper (Cu) zorgen dan weer eerder voor een metaalachtige ondertoets.
- Sulfaat (SO4) en natrium (Na) geven het water een eerder zoute ondertoets.
Bepaalde elementen kunnen de smaak van andere elementen ook versterken of juist maskeren.
Zolang die mineralen in kleine hoeveelheden voorkomen, proef je er bijna niets van. Pas wanneer ze een bepaalde concentratie overschrijden, verandert de smaak merkbaar. Die drempelwaarde heet ‘Taste Threshold Concentration’ (TTC). Deze waarde verschilt per mineraal en werd door de Wereldgezondheidsorganisatie bepaald.
De totale minerale samenstelling van kraanwater wordt uitgedrukt in milligram mineralen per liter. Die waarde heet de ‘Total Dissolved Solid’ (TDS). Op verpakkingen van flessenwaters staat deze waarde vermeld als 'droogrest'. Zo weten we dat de smaakervaring van kraanwater mee bepaald wordt door een hoog of laag TDS:
Water met een TDS-waarde van 50 mg per liter of lager ervaar je meestal als ‘plat’ of smakeloos. | De meeste mensen ervaren water met een TDS-waarde tussen 200 en 600 mg per liter als smakelijk. |
De Wereldgezondheidsorganisatie noemt 1.000 mg per liter de bovengrens voor aanvaardbaar drinkbaar water. Dat betekent niet dat je water met een hogere TDS-waarde dan 1.000 mg per liter sowieso niet lekker vindt. Maar het heeft wel een meer uitgesproken smaak. Die proef je vooral als zout. |
Ben je thuis gewend om kraanwater met een lage TDS-waarde te drinken? Dan merk je dat wanneer je plots kraanwater drinkt met een hogere TDS-waarde. Het verschil is merkbaar zodra de waarde stijgt met meer dan 180 mg per liter.
Het omgekeerde geldt ook: wanneer je een hoge TDS-waarde gewoon bent, proef je mogelijk een verschil als je een keer kraanwater met een lagere TDS-waarde drinkt. Het verschil moet dan wel minstens 380 mg per liter bedragen.
4. Smaak en kwaliteit
Net zoals de Wereldgezondheidsorganisatie vinden wij dat toegang tot veilig en voldoende drinkbaar water essentieel is voor de gezondheid. Kwaliteitsvol water kunnen drinken is een fundamenteel mensenrecht. Het maakt ook deel uit van een effectief beleid voor gezondheidszorg.
Daarom zorgen we ervoor dat het kraanwater dat jij drinkt altijd voldoet aan de strenge normen die vastgelegd zijn in het Vlaamse drinkwaterbesluit.
Wil je meer te weten komen over de kwaliteit van jouw kraanwater en hoe we die garanderen? Lees dan verder op deze pagina.
5. Weetjes en tips
- Vervang gedurende een week elke dag een glas van jouw normale dranken door een glas kraanwater. De volgende week vervang je elke dag 2 glazen van je normale drank door kraanwater. De kans is groot dat je na 2 weken al helemaal gewend bent aan de smaak.
- Vul een fles of karaf met kraanwater en zet die in de koelkast. Temperatuur heeft een sterke invloed op jouw smaakervaring. Dat effect merk je vooral bij kraanwater met veel mineralen.
- Ruikt jouw kraanwater een beetje naar chloor? Dat kan geen kwaad, maar de geur kan jouw smaakervaring wel beïnvloeden. Laat het kraanwater even staan in een open fles of karaf. Dan vervliegt de geur en merk je er niets meer van.
- Vrolijk je glas kraanwater op met een schijfje citroen of limoen, of laat je verlekkeren door verschillende andere recepten voor kraanwater.
- Drink je graag bruiswater? Probeer dan eens een toestel om koolzuur aan het kraanwater toe te voegen. Je ervaart de smaak van het water meteen helemaal anders, terwijl er verder niets veranderd is.
- Water dat lang heeft stilgestaan in een leiding, smaakt vaak een beetje anders. Ben je bijvoorbeeld een paar weken met vakantie geweest? Laat het water uit de kraan dan even doorlopen voordat je een glas vult om op te drinken.